Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Om uw woeden tegen Mij, en dat uw woeling voor Mijn oren opgekomen is, [55]zo zal Ik Mijn haak in uw neus leggen, en [56]Mijn gebit [57]in uw lippen, en Ik zal u doen wederkeren door dien weg, door denwelken gij gekomen zijt. 55. Dit is een gelijkenis, genomen van degenen, die met wrede beesten omgaan; om daarmede te verklaren de kracht Gods, die Hij gebruikt om de razende tirannen te bedwingen. 56. Een andere gelijkenis genomen van degenen, die een wild paard te regeren hebben. 57. Dat is, in uw mond.